Sensorische informatieverwerking

 

Sensorisch betekent zintuiglijk. Zintuigen die iedereen kent zijn de ogen, de oren, de neus, de mond en de huid. Maar we hebben ook ‘verborgen zintuigen’, zoals het evenwichtszintuig en het gevoel uit de spieren en gewrichten. Via deze zintuigen krijgen we  informatie, van zowel buiten als binnenin ons lichaam. Deze informatie hebben we nodig om goed te kunnen functioneren in het dagelijkse leven. 
De informatie vanuit onze zintuigen wordt verwerkt in onze hersenen. Zo weten we wat er gebeurt en hoe we daar adequaat op moeten reageren. 
Soms komen prikkels sterker binnen, of juist minder sterk. Het kind neemt de informatie vanuit de zintuigen dan anders waar en reageert daardoor ook anders op de omgeving. Er is er sprake van een probleem in de sensorisch informatieverwerking.

Bij kinderen met een probleem in de sensorische informatieverwerking wordt de informatie vanuit de zintuigen niet op een juiste manier verwerkt. Dat heeft invloed op het gedrag van een kind. Anderen kunnen dat gedrag misschien als vreemd ervaren of onaangepast. Maar in werkelijkheid krijgt het kind informatie over de wereld anders binnen.

​In de sensorische informatieverwerking kijken we naar 3 onderdelen van de prikkelverwerking; registratie, modulatie en discriminatie.

Registratie
Prikkels worden geregistreerd door verschillende zintuigen. Je kunt prikkels adequaat registreren, maar je kunt prikkels ook onder- of overregistreren. Wanneer je prikkels onderregistreert komen deze minder goed bij je binnen. Je kunt deze (onbewust) opzoeken zodat je toch voldoende van deze prikkels binnenkrijgt, of je kunt deze prikkels (tevens onbewust) niet extra opzoeken. 
Wanneer je prikkels overregistreert kun je deze (onbewust) vermijden of niet vermijden.

Modulatie
Bij de registratie van prikkels gaat het over welke prikkels je wel of niet tot je krijgt. Modulatie van prikkels gaat over wat je vervolgens met de prikkels doet die je binnenkrijgt. Je kunt er een adequate reactie op geven. Bijvoorbeeld wanneer je je hand onder een hete kraan houdt. Je registreert dat het water heet is, en door een goede modulatie trek je meteen je hand weg. Als de modulatie bij kinderen onvoldoende adequaat verloopt heeft dat effect op hoe een kind op een prikkel reageert. Misschien trekt het kind zijn hand niet of vertraagd weg onder de kraan, of trekt het zich al terug bij lauw water.

Discriminatie
Discriminatie van prikkels houdt in dat je een juiste betekenis kan geven aan de prikkels die je voelt. Bijvoorbeeld als je een geluid hoort en weet dat dit de schoolbel is. Wanneer de discriminatie van prikkels onvoldoende adequaat verloopt heeft dit effect op hoe een kind de wereld om zich heen begrijpt. Misschien herkent het kind de schoolbel niet of raakt het angstig van het geluid.

Opstellen van een SI-profiel

Voor het opstellen van een SI-profiel vragen we eerst aan de ouders om een Sensory Profile in te vullen. De Sensory Profile is een screeningslijst, die een eerste indruk geeft hoe het kind de zintuiglijke prikkels verwerkt. De informatie uit deze lijst samen met de hulpvraag maakt dat we met ouders beslissen of we een SI-profiel gaan opstellen. Om tot een SI-profiel vervolgens te komen gaan we het kind observeren in de praktijk en/of in de omgeving waar het kind dagelijkse activiteiten uitvoert. Daarnaast zal een interview plaats vinden met de ouders en andere betrokkenen van het kind om zo verder een beeld te krijgen hoe het kind de zintuiglijke prikkels verwerkt.

Tijdens de observatie wordt eerst gekeken naar het arousal. Onder arousal wordt de activatie van het centrale zenuwstelsel verstaan. Je centrale zenuwstelsel bestaat uit je hersenen en je ruggenmerg. De activatietoestand zegt iets over hoe actief je centrale zenuwstelsel is. Arousal zorgt ervoor het de functies van het lichaam reguleert, zoals hartslag, ademhaling, spijsvertering en pupilverwijding.

Als het arousal in kaart is gebracht wordt vervolgens gekeken naar hoe het kind de verschillende zintuigen verwerkt.